Nederlands
Uròpi
English

aan, bij, op
aangenaam
aankomen
aardappel
aarde
aarde
aardig
acht
achter
adres
advocaat
afgaan, neerdalen
al, alle
al, reeds
als, zoals
alstublieft
altijd
ambulance
ander
antwoorden
apotheek
appel
april
arm
arm, pover
asbak
augustus
auto, wagen
autoweg
avond
baard
bad
bagage
bal
balkon
banaan
bang zijn
bank
bar
bed
been
been
beetje (een)
beginnen
begrijpen, verstaan
belangrijk, gewichtig
benzine
berg
beschrouwen
betalen
bezoeken
bibliotheek
bier
bij, naast
bijten
bioscoop
blad
bladzijde
blauw
bleek
blij, vrolijk
blijven
bloed
bloem
boek
boom
boot
bord
bord
borstel
bos
boter
boven
branden
breed, wijd
breken
brief
briefkaart
bril
broeder, broer
broek
brood
brug
bruin
buiten
buitenlander
bus
bushalte
centrum
cheque
chocolade
citroen
club
contant
crème, room
cultureel
daar
dadelijk, straks
dag
dame, vrouw
dank u
dans
dat, die
datum
de, het
december
deel
denken
deur
deze, dit
die, dat, wie
dienstig, nuttig
diep
dier
dik
dik
ding, zaak
dinsdag
dochter
doen
dokter
dom, stompzinnig
donderdag
donker, duister
dood
door
doos, bus, blik
dorp
dorst (hebben)
douche
dragen
drinken
droevig, triest
droog
droom
druif
duizend
duur
een
eenvoudig
eerste
eetlust
ei
eiland
eind
en
er is, zijn
eten
fabriek
familie
februari
feest
fiets
film
fles
foto
fris, vers
gaan
garage
gebruiken
geel
geld
geloven
geluid, ruis
geluk, kans
gelukkig
geneesmiddel
genoeg
geschenk, cadeau
gesprek
geur, reuk
gevaarlijk
geven
gewicht
gewoon
gezicht
gezondheid
gisteren
gitaar
glas
glimlachen
goed
goedkoop
goud
graag hebben
gras
grens
grijs
groen
groenten
groep
groot
grootmoeder
grootvader
haar
half
hallo, dag
hals
halsband
hand
haren
hart
haven
hebben
heer
helpen
hemd
hemel
herfst
herinneren (zich)
het
heuvel
hier
hij
hoe ?
hoed
hoeveel ?
hond
honderd
honger (hebben)
honing
hoofd, kop
hoofdstad
hoog
hoorn
hopen
horen
horloge, klok
hotel
houden
hout
huilen, wenen
huis
hun
ieder, elk
iemand
iets
ijs
ijs, ijsje
ijzer
ik
in
indien, als, of
informatie, inlichting
ingaan
ingang
intelligent
ja
jaar
januari
jasje
je, jij
joghurt
jong
jongen
juffrouw
juli
jullie
juni
jurk
kaart
kaartje
kaas
kamer
kamer, zaal
kantoor, bureau
kapper
kas
kasteel
kat
katoen
keel
keer, maal
kennen
kerk
keuken
kiezen
kijken
kind
kip
klaar, bereid
klaar, helder
klein
kleren
kleur
knie
koek
koelkast
koffer
koffie
komen
koning, -in
koorts
kopen
kopje
korf, mand
kort
kosten
koud
krant, dagblad
kruis
kruising, kruispunt
kunnen, mogen
kunst
kussen
kwaliteit
laag
laat
laatst
lachen
lamp
land
lang
langzaam
laten
leeftijd
leeg
lelijk
lente
lepel
leraar
leren
les
leuk, mooi
leven (het)
leven (ww)
lezen
lichaam
licht (bnw)
licht (het)
licht, gemakkelijk
lieden
lief
liefde
liggen
links
lip
liter
lopen, stappen
lucht
luchthaven
luisteren
maaltijd
maan
maand
maandag
maar
maart
machine
mama
man
man, vrouw
mantel
markt
meer (bw)
meer (het)
mei
meisje
melk
mens
mes
met
middag
middag, namiddag
middagmaal
midden
middernacht
miischien
mijn
minder
minuut
mode
moe
moeder
moeilijk
moeten
mogelijk
mond
monteur
mooi
morgen (zn)
morgen (bw)
motor
muis
museum
muur
muziek
na
naam
naar
naar
naaste
nacht
nagel
nat
natuur
nee, niet
neer
negen
nemen
neus
nevel, mist
niemand
niets
nieuw
nodig hebben
nog
nooit
noord
november
nu
nummer
of
oktober
olie
omdat
onder
ongeluk
onmogelijk
ontbijt
onzer
oog
ook
oom
oor
oorlog
oost
op (bw)
op (vz)
openen
opgaan
opstaan
orkest
oud
ouders
overal
paard
pak, -je, pakket
papier
paraplu
parfum
park
parkeren
pas op !
paspoort
peer
peper
persoon
pijn
pijp
plaats
plant
plein
politie
post
post(kantoor)
postzegel
potlood, stift
prijs
proberen
probleem
pyjama
raam, venster
rad
radio
rechts
regen
reis
rekening
rennen, lopen
reserveren
restaurant
rijk
rijst
rivier
roepen
rok
rond
rondom
rood
rook
roos
rots
rug
rustig
salade
samen
sap
saus
schaduw
schip
schoenen
school
schoon, netjes
schotel
schreeuwen
schrijven
seizoen
september
serieus
servet
sigaret
sinaasappel
sinds
slaan
slapen
slecht
slechts
sleutel
sluiten
smaak
sneeuw
snel
snelheid
snjiden
soep
sokken
soms
spelen
spiegel
sport
spreken
staan
stad
stadion
station
steen
stelen, roven
stem
ster
sterk, krachtig
stilte, zwijgen
stoel
stoppen, ophouden
straat
strand
student
stuk
suiker
supermarkt
taal
tabak
tafel
tand
tandarts
tante
tapijt
tas
taxi
tegen
telefoon
televisie
theater
thee
tien
tijd
toerist
toilet
tomaat
tonen, wijzen
tong
tonijn
tot
tot ziens
traditie
trein
tuin
tussen
twee
uit
uitgaan
uitgang
uitnodigen
uur
uw, jullie
vacantie
vader
vallen
vals
van, uit
vandaag
vanille
veel, vele
ver
veranderen, wisselen
verboden
verjaardag
verklaren, uitleggen
verkopen
verlangen, wensen
verliezen
verontschuldigen
verscheidene
verschillend
vertalen
vier
vijf
vinden
vinger
vis
visum
vlees
vliegen
vliegtuig
voedsel
voelen
voet
vogel
vol
voor (pro)
voor (vooruit)
voor, vooran
vork
vraag, kwestie
vrachtwagen
vragen
vriend
vrij
vrijdag
vroeg
vrouw
vrucht
vuil
vuur
waar
waar ?
waarom ?
wachten
wagon
wandelen
wanneer ?
warm
wassen
wat ?
water
we, wij
week
weer
weg
weg (route)
wekken
weldra, spoedig
welkom
wensen
wereld
werk
werpen, gooien
west
weten
wie ?
wijn
willen
wind
winkel
winter
wit
woensdag
wol
wolk
wonen
woord
worst, saucijs
zak
zand
zaterdag
ze, zij
ze, zij (mv)
zee
zeep
zeggen
zeker
zeldzaam, schaars
zelf(de)
zenden
zes
zetel
zetten
zeven
ziek
ziekenhuis
zien
zijde
zijn (vnw)
zijn (ww)
zingen
zitten
zo
zoeken
zoet
zomer
zon
zondag
zonder
zoon
zout
zuid
zuster
zwaar
zwart
zwemmen

be
prijan
aveno
patàt
tent
ter
neti
oc
berù
adrès
avokàt
ito niz
taksì
3a
wim
prijim
talvos
ambulàns
alten
ruvoko
apotèk
apel
Aprìl
ram
pavri
acar
Agùst
vag
autoràd
vespen
barb
ban
bagad
bal
balkòn
banàn
frajo
bank
bar
led
gam
kos
poj (u)
inìzo
incepo
vezi
benzin
bor
speko
pajo
vizìto
bibliotèk
bir
ner
giso
kina
fol
pa3
blu
blic
glaj
stajo
glod
flor
bib
drev
bat
tal, -e
talar
bros
fost
butir
sube
breno
lati
breko
skrit
postikàrt
okle
frat
pant
pan
pont
bran
usia
uslandor
bus
busihaltia
centra
tcek
cokolad
limòn
klub
kontan
krem
kulturi
za
suprù
dia
dama
daske
dans
da
dat
de
December
part
meno
dor
di
we
uzi
duv
best
dic
gros
zoc
Mardia
dota
deto
doktor
stupi
Zusdia
dum
mori
tru
bok
vik
sisti (so)
duc
pero
pivo
trist
sori
soin
gruve
tilie
diari
un
slimi
pri
apetìt
ov
isel
fend
id
je ste
jedo
fabrik
famìl
Febrar
fest
sikel
film
butèl
fotò
fric
ito
garà3
uzo
3el
denie
kreo
rum
cans
felic
medikel
sat
kodàv
kovòk
duf
peric
davo
vez
siudi
fas
sunad
jesta
gitàr
vas
smijo
bun
bunkopi
gor
guso
graz
frontia
gris
glen
vegume
grup
gren
formata
forpater
ci
mij
halo
kol
kolar
mand
kevile
kar3
port
avo
sior
eldo
kemìz
hel
otèm
rumeno
je
koln
zi
he
kim ?
kap
kamòl ?
kun
sunte
fami (so)
miel
keb
kebipòl
hol
korn
spero
oro
horèl
hotèl
teno
drov
plojo
has
li
jaki
ekun
ekwa
jas
jasikrèm
ern
i
in
is
informad
ito in
inìt
inteligan
aj
jar
Janvar
3ak
tu
jogùrt
jun
bob
damita
3ul
vu
3un
klad
kart
tiket
kiz
kamar
sal
burò
frizor
kas
kastèl
kat
kotòn
gol
vos
kono
kerk
kokia
uscepo
glado
kid
galin
predi
klar
miki
veste
klor
ken
pek
frijèl
vaizèl
kafa
veno
raj, raja
feber
kopo
tas
korb
kurti
kosto
frij
novar
kros
krosia
mozo
art
kiso
kalitad
nizi
posen
posni
laro
lamp
land
longi
lan
laso
ald
vuzi
huri
verna
kocèl
dictor
lero
lesiòn
lovi
3iv
3ivo
liso
korp
lej
luc
lezi
liente
keri
liam
le3o
lif
lib
liter
vado
al
avipòrt
skuco
jedad
lun
mon
Lundia
ba
Mars
makin
mama
man
ma3, ma3a
mantèl
merkad
Maj
lag
maj
3ika
lik
human
kotèl
ki
midià
posmidià
midjèd
mid
minòc
mojse
mi
min
minùt
moda
tan
mata
anlezi
do3o
mozli
muk
mekanikor
bel
morna
domòr
motòr
mus
muzea
mur
muzik
pos
nom
a
do
nes
noc
nag
muj
natùr
ne
niz
nev
nemo
nas
neb
nekun
nit
novi
nudo
jok
nevos
nord
November
num
numar
o
Oktober
ol
par
ude
obfàl
anmozli
prijèd
ni
oj, oje
os
tiot
or
wer
ost
op
su
opro
ito op
livo (sia)
orkestra
seni
genore
talia
kwal, -a
pak, -it
papir
tegèl
parfùm
park
parko
pocèr !
paspòrt
pir
pep
persòn
dol
pipa
sta
plant
plaz
polìz
post
postia
postimàrk
graf
priz
probo
problèm
pi3ama
fent
rol
radiò
dest
liuv
vaiz
reken
reno
rezervo
restoria
ric
riz
riv
calo
jup
ron
aròn
roj
fum
roz
rok
ruk
tici
salad
sam
suc
sos
cam
nav
cuse
skol
niti
plat
klajo
skrivo
sezòn
September
serios
serviet
sigaret
aràn3
dod
plago
sopo
pej
solem
klij
kluzo
gust
snev
spel
spelid
koto
sup
soke
ekvos
jego
mirèl
sport
voko
sto
pol
stadia
stasia
kam
robo
voc
stel
krati
silad
sel
stopo
strad
pla3
studan
pez
suker
subemerkad
linga
tabàk
tab
dant
dantìst
tiota
tapìz
bag
tablet
gon
telefòn
televìz
teatra
tej
des
tem
turìst
toilet
tomàt
diko
ling
tuna
tis
revizo (a)
tradisiòn
tren
gardin
intra
du
us
ito us
usìt
invito
hor
vi
vake
pater
falo
falsi
od
odia
vanìl
mol, -e
dal
meto
perviten
genidià
usklaro
vendo
zelo
perlaso
skuzo
vari
disemi
traduto
kwer
pin
findo
dig
pic
viza
miad
flevo
avièl
nur
felo
pod
ovel
polen
po
for
pro
forkit
kest
karvàg
prago
fram
lifri
Wendia
pru
3ina
frut
suj
foj
veri
ko ?
parkà ?
varto
vagòn
pasìto
kan ?
varmi
lavo (sia)
ka ?
vod
nu
sedia
verem
vaj
rad
veko (sia)
beprù
bunvenen
vuco
mold
vark
jeto
west
zavo
ke ?
vima
volo
vint
vendia
vin
bij
Mididia
vuln
nolb
domo
vord
sosìz
pok
sand
Sabadia
ce
lu
mar
sab
dezo
siuri
rari
som
sendo
ses
sed
seto
sep
pati
hospitàl
vizo
zat
hi
so
santo
sedo
sim
ceko
swaj
soma
sol
Soldia
ane
son
salt
sud
sesta
war
nar
snivo

at
pleasant
arrive
potatoe
tent
earth
nice
eight
behind
address
lawyer
go down
taxi
already
like, as
please
always
ambulance
other
answer
chemist's
apple
april
arm
poor
ash-tray
August
car
motorway
evening
beard
bath
luggage
ball
balcony
banana
afraid (be)
bank
bar
bed
leg
bone
little (a)
begin
understand
important
petrol
mountain
to watch
pay
to visit
library
beer
near
bite
cinema
leaf
page
blue
pale
glad, merry
to stay
blood
flower
book
tree
boat
all, every
plate
brush
forest
butter
above
burn
wide, broad
break
letter
postcard
glasses
brother
trousers, pants
bread
bridge
brown
outside
foreigner
bus
bus-stop
centre
cheque
chocolate
lemon
club
cash
cream
cultural
there
immediately
day
lady, Mrs
thank you
dance
that
date
the
December
part
think
door
this
who, which
useful
deep
animal
thick
fat
thing
Tuesday
daughter
do
doctor
stupid
Thursday
dark
dead
through
box, tin
village
thirsty (be)
shower
carry
drink
sad
dry
dream
grapes
thousand
expensive
one
simple
first
appetite
egg
island
end
and
there is, are
eat
factory
family
February
festival, party
bicycle, bike
film
bottle
photo
fresh, cool
go
garage
to use
yellow
money
believe
noise
luck, chance
happy
medicine
enough
present, gift
conversation
smell
dangerous
give
weight
usual
face
health
yesterday
guitar
glass
smile
good
cheap
gold
to like
grass
frontier
grey
green
vegetables
group
big, great
grandmother
grandfather
her
half
hello
neck
necklace
hand
hair
heart
harbour, port
have
sir, Mr
help
shirt
sky, heaven
autumn
remember
it
hill
here
he
how ?
hat
how much ?
dog
hundred
hungry (be)
honey
head
capital
high
horn
to hope
hear
watch, clock
hotel
to hold
wood
cry, weep
house
their
each
someone
something
ice
ice-cream
iron
I
in
if
information
go in
entrance
intelligent
yes
year
January
jacket
you
yoghurt
young
boy
miss
July
you
June
dress
card
ticket
cheese
room
room
office
hairdresser
cashdesk
castle
cat
cotton
throat
time
know
church
kitchen
choose
look at
child (kid)
chicken
ready
clear
little
clothes
colour
knee
cake
fridge
suitcase
coffee
come
king, queen
fever
buy
cup
basket
short
cost
cold
newspaper
cross
crossroads
can
art
to kiss
quality
low
late
last
laugh
lamp
country
long
slow
leave, let
age
empty
ugly
spring
spoon
teacher
learn
lesson
lovely, pretty
life
live
read
body
light
light
easy
people
dear
love
to lie
left
lip
litre
walk
air
airport
listen
meal
moon
month
Monday
but
March
machine
mum
man
husband, wife
coat
market
May
lake
more
girl
milk
human (man)
knife
with
midday, noon
afternoon
lunch
middle
midnight
maybe, perhaps
my
less
minute
fashion
tired
mother
difficult
must
possible
mouth
mechanic
beautiful
morning
tomorrow
engine
mouse
museum
wall
music
after
name
to
towards
next
night
nail
wet
nature
no, not
down
nine
take
nose
fog
no one
nothing
new
to need
still
never
north
November
now
number
or
October
oil
because
under
accident
impossible
breakfast
our
eye
also
uncle
ear
war
east
up
on
open (to)
go up
get up
orchestra
old
parents
everywhere
horse
packet
paper
umbrella
perfume
park
park
careful (be) !
passport
pear
pepper
person
pain, ache
pipe
place
plant
square
police
post, mail
post-office
stamp
pencil, pen
price
try
problem
pyjamas
window
wheel
radio
right
rain
journey
bill
run
to book, reserve
restaurant
rich
rice
river
call
skirt
round
around
red
smoke
rose
rock
back
quiet
salad
together
juice
sauce
shade
ship
shoes
school
clean
dish
shout
write
season
September
serious
napkin
cigarette
orange
since
to hit, strike
sleep
bad
only
key
close, shut
taste
snow
quick
speed
cut
soup
socks
sometimes
to play
mirror
sport
speak
stand (to)
town
stadium
station
stone
steal, rob
voice
star
strong
silence
chair
to stop
street
beach
student
piece
sugar
supermarket
language
tobacco
table
tooth
dentist
aunt
carpet
bag
tablet
against
telephone
television
theatre
tea
ten
time
tourist
toilet
tomatoe
to show
tongue
tuna fish
till
good bye
tradition
train
garden
between
two
out (of)
go out
exit
invite
hour
your
holidays
father
fall
wrong, false
from
today
vanilla
much, many
far
to change
forbidden
birthday
explain
sell
wish, feel like
lose
to excuse
several, various
different
translate
four
five
to find
finger
fish
visa
meat
fly
plane
food
feel
foot
bird
full
for
before
in front of
fork
question
lorry, truck
ask
friend
free
Friday
early
woman
fruit
dirty
fire
.true
where ?
why ?
wait
carriage
go for a walk
when ?
warm
wash
what ?
water
we
week
weather
way
road
wake up
soon
welcome
to wish
world
work
throw
west
to know
who ?
winter
want
wind
shop
wine
white
Wednesday
wool
cloud
live (reside)
word
saussage
pocket
sand
Saturday
she
they
sea
soap
say
sure
rare
same
send
six
seat
put, set
seven
ill, sick
hospital
see
side
his
be
sing
sit
so, thus
look for, seek
sweet
summer
sun
Sunday
without
son
salt
south
sister
heavy
black
swim